Julia, een achttienjarige Zeeuwse boerendochter, raakt zwanger van haar vriendje Diewer, een vissersjongen. Diewer schrikt zo van dit nieuws dat hij met de Noorderzon vertrekt. Julia staat er helemaal alleen voor in een vijandig dorp: de zwangerschap en de bevalling worden eerst veroordeeld en later genegeerd door haar familie en dorpsgenoten. In de nacht van 31 januari 1953 breken de dijken in Zeeland tijdens een verschrikkelijke februaristorm op meer dan honderd plaatsen en wordt de boerderij verzwolgen door een zondvloed.