Het leven van de gepensioneerde monteur Walt Kowalski bestaat uit doe-het-zelven, bier drinken en de maandelijkse knipbeurt bij de kapper. Hij is een verbitterde veteraan van de Koreaanse oorlog die zijn M-1-geweer nog altijd schoonmaakt en in de aanslag houdt. En behalve zijn hond Daisy vertrouwt hij niemand genoeg om zijn zonden tegen op te biechten. Zijn buren zijn allemaal verhuisd of overleden. De nieuwe buren zijn immigranten uit Hmong waar hij een gruwelijke hekel aan heeft. Wanneer echter één van hen zijn prachtige Gran Torino wil stelen, wordt hij tegen wil en dank de held van de buurt.