In de jaren zestig verkopen de Indonesische Anwar Congo en zijn vrienden bioscoopkaarten op de zwarte markt. Zij spiegelen zich aan hun schietgrage helden uit Hollywood en wanen zich als gangsters. Als het Indonesische leger in 1965 een militaire coup pleegt, verandert het leven van Anwar en zijn vrienden. Voorheen kleine gangsters, na de coup leiders van doodseskaders. In opdracht van het leger vermoorden zij ruim een miljoen communisten, etnische Chinezen en intellectuelen. Nu, 37 jaar later, zijn Anwar en zijn vrienden niet voor hun daden berecht. Zij zijn zelfs rolmodellen voor de jonge Indonesische paramilitairen. Wanneer wordt gevraagd een film te maken over hun daden, kunnen zij niet wachten zichzelf te spelen zoals hun filmhelden.