Nadat de 85 jaar oude André een beroerte krijgt, raakt hij voor de helft verlamd en is het leven niet meer wat het was. Als bon-vivant besluit hij de verdere aftakeling niet af te willen wachten en vraagt zijn dochters Emmanuèle en Pascale om hem te helpen er een eind aan te maken. Hiermee confronteert hij de twee vrouwen niet alleen met een moreel dilemma, maar zadelt hij ze daarbij op met grote praktische en emotionele uitdagingen.