De kat Dino leidt een dubbelleven en brengt zijn dagen door op twee verschillende adressen. Overdag woont hij bij Zoé, de enige dochter van Jeanne, commissaris bij de politie. Vaak brengt hij kleine cadeautjes zoals spinnen of dode hagedissen voor haar mee. ‘s Nachts zwerft Dino over de daken van Parijs in gezelschap van Nico, een uiterst behendige inbreker. Jeanne loopt op haar tandvlees. Zij moet er niet alleen voor zorgen dat de inbreker die verantwoordelijk is voor talloze juwelendiefstallen opgepakt wordt, maar tegelijk is ze ook verantwoordelijk voor de beveiliging van de Kolossus van Nairobi, een enorm standbeeld waar crimineel Victor Costa zijn zinnen op heeft gezet.